U heeft ze vast en zeker al talloze keren opgepeuzeld bij de koffie, in uw middagpauze op kantoor of gewoon even tussendoor, omdat u er zin in had: de stroopwafel! Onweerstaanbaar lekker als ‘ie vers is, nog lekkerder als u deze met niemand hoeft te delen. Maar waar komt deze plakkerige wafel met het kenmerkende ruitjespatroon eigenlijk vandaan? Voor onze rubriek Smakelijk zoeken wij het graag voor uit.
 De stroperige oorsprong
Onderzoek naar de origine van de stroopwafel geeft aanwijzingen die leiden naar het jaartal 1810, 1837 of nóg ouder. Het bakken van koeken tussen twee ijzers is iets dat al ver terug in de tijd gedaan werd. Zo zijn er rond de 7e eeuw wafelijzers gevonden in de graven van Zweedse Vikingvrouwen. Ook in Noorwegen doken ze in diezelfde periode op. Een tijd later, in de 13e eeuw, werd het ijzer boven een open vuur gehouden om het deeg of beslag te garen. Er werd door de wafelbakkersgilde ondertussen veel gebabbeld wat ten koste ging van de wafel. Daar kwam dan ook de uitspraak ‘houd je waffel dicht’ vandaan. Anna van Buren, de vrouw van Willem van Oranje, schafte in de 16e eeuw een wafelijzer aan waarbij de ene kant de aanbidding door de Drie Koningen werd afgebeeld en aan de andere kant het wapen van de Van Burens. Dat geeft aan dat de stroopwafel er is om royaal van te genieten.
DE KOEK DIE AL EEUWEN BLIJFT PLAKKEN

Bron foto: Pexels.com
Zelf de mouwen opstropen
Als u een van de gelukkigen bent die ooit échte verse stroopwafels geproefd heeft, dan weet u dat deze een stuk lekkerder zijn dan de voorverpakte stroopwafels die u in de supermarkt vindt. Het is daarom goed om te weten dat het zelf maken van stroopwafels geen raketwetenschap is. Het is zelfs vrij makkelijk! Wel heeft u een wafelijzer en een beetje honger nodig; na het lezen van dit artikel zult u namelijk gelijk aan de slag willen gaan. Dus: tijd om de mouwen op te stropen! Ervan uitgaande dat u gelijk zo’n 30 stroopwafels bakt heeft u 250 gram keukenstroop, 100 gram boter en 200 gram basterdsuiker nodig. Smelt allereerst de stroop, boter en basterdsuiker in een pan totdat de suiker volledig is opgelost. Door het vocht eruit te koken wordt de stroop wat dikker en dat is precies wat u wilt. Voeg hier een snufje zout en 2 gram kaneelpoeder aan toe en laat het geheel afkoelen. Hiermee is de stroop in orde.
Aan de slag met wafels
Om de wafels te maken smelt u 200 gram boter en mengt u dit met 100 gram witte basterdsuiker, een snufje zout, een ei en 50 milliliter melk. Vervolgens pakt u 6 gram bakpoeder en 400 gram tarwebloem. Dit dient u te mixen met een kwart theelepel kaneelpoeder, nog een snufje zout en de hiervoor gemaakte botermix totdat er een glad deeg ontstaat. Kneed dit geheel even waarna u het deeg in een afgedekte kom een uur laat rusten op kamertemperatuur. Het deeg moet u tot balletjes van ongeveer 30 gram vormen (of 15 gram voor kleine wafels) welke u op een schaal of bakplaat legt. Vet een wafelijzer in met een beetje boter en bak de balletjes tot goudbruine wafels voor ongeveer twee minuten. Steek een rondje uit met de uitsteker en snijd de wafels zo snel mogelijk na het bakken doormidden in een horizontale beweging. Bestrijk één kant met stroop, leg beide zijden op elkaar en druk deze voorzichtig aan. Na enkele pogingen maakt u hopelijk de perfécte stroopwafel waar u maar al te graag uw tanden in zet.


Wist u dat stroopwafels al van oudsher goedkoop waren om te produceren? Ze werden namelijk gemaakt van deeg- en koekresten; dat is nog eens duurzaam verantwoord! Dat de stroperige lekkernij dan ook wereldwijd geliefd is blijkt wel uit de jaarlijkse verkoop van 20 miljoen pakjes. Denkt u aan een stroopwafel, dan is de link met Van Dal mannenmode snel gemaakt. Misschien heeft u deze al eens in een van onze winkels geproefd of bij een online bestelling cadeau gekregen. Wij zijn er zelf hartstikke dol op, vooral als ‘ie lekker vers en warm is!