Elk jaar rond februari/maart is het weer zover. De zon verbergt zich tijdelijk achter een dik wolkendek en het regent meters bier. Althans… in Brabant en Limburg. Naast het feit dat er in Brabantse en Limburgse steden flink feest gevierd wordt en iedereen zich verkleedt, ontvangen alle steden in deze provincies óók een make-over. Breda verandert in Kielegat, Baarle-Nassau in Smokkelgat en Udenhout in D’n Haozenpot. Maar waarom hebben deze steden hun naam gekregen? Dat zoeken wij hier voor je uit!
Oorsprong van carnaval
Van oorsprong is carnaval een katholiek feest dat voorafgaat aan de vastentijd als voorbereiding op het Paasfeest. In de periode van 40 dagen tot Pasen wordt gevast. Dit begint op Aswoensdag, de woensdag ná carnaval. Er wordt vermoed dat carnaval afstamt van het Romeinse Carne Levare, wat ‘wegnemen van vlees’ betekent. In eerste instantie verbood het katholieke geloof dit. Daarom verkleedde men zich om niet herkend te worden. Toen de kerk uiteindelijk dit populaire feest toch omarmde en besloot het een traditie te maken, bleven de kostuums bestaan.
Breda – Kielegat
De naam Kielegat verwijst naar de boerenkiel, een traditioneel kostuum bij het boerencarnaval dat in Brabant gevierd wordt. Een kiel is een voorloper op de overall. Dit kledingstuk, zonder voorsluiting, trok men over het hoofd aan en werd enkel gebruikt door boeren, vissers en werklui. Opvallend is dat veel carnavalsnamen eindigen op gat, dorp, stad of land. Dit heeft te maken met de grootte van de plaats. Zo heet de kleine plaats Baarle-Nassau Smokkelgat; spreekwoordelijk gezegd heeft nog niemand van dit ‘gat’ gehoord. Tilburg is een grote plaats en heet daarom Kruikenstad. In Breda ligt dit nét anders: Breda heeft ‘gat’ in zijn naam omdat toenmalig Prins Carnaval naar zeggen ceremonieel een gat in de boerenkiel heeft geknipt.
Eindhoven – Lampegat
De reden dat Eindhoven de naam Lampegat krijgt is niet zo indrukwekkend: dit verwijst natuurlijk naar het bedrijf Philips dat veel betekent voor de stad. Philips begon met de productie van de gloeilamp. Frappant is dat de carnavalsgroet in Eindhoven “selaai” is in plaats van “alaaf” in alle andere steden. Waar de term alaaf vandaan komt is niet helemaal duidelijk. Er wordt beweerd dat alaaf een verbastering is van elf, wat het gekkengetal is. Anderen betuigen dat Alaaf uit het Duits komt, waar het ‘all af’ ofwel ‘alles aan de kant’ betekent, wat weer een verwijzing is naar het vasten. Selaai daarentegen is een verbastering van saluut, gegroet dus.
Helmond – Kattegat, Keiebijtersstad of toch Keiestad?
Een bijzondere Brabantse carnavalsstad is Helmond, wat geen eenduidige carnavalsnaam heeft. Je hoort er zowel Kattegat, Keiebijtersstad als Keiestad voorbijkomen. Toch wordt Keiestad het vaakst gebruikt. Deze naam is gerelateerd aan het industriële verleden van Helmond. Helmond was een echte textielstad met veel weefgetouwen. De draden van het textiel moesten gecontroleerd worden door de weefgetouwen. Het makkelijkst was om de draad nat te maken, zoals je dit ook doet als je de draad door het oog van de naald wilt halen. Dit werd door de werknemers met hun eigen spuug gedaan. Om genoeg speeksel te blijven produceren, hadden de textielmedewerkers kiezels (keien) in hun mond. Vandaar de merkwaardige carnavalsnaam!
Roosendaal – Tullepetaonestad
Elke carnavalsstad heeft een raad van elf – een vereniging – gerangschikt met de prins aan het hoofd. Dit ligt in Roosendaal wat anders. Roosendaal heeft een priens (prins), sjampetter (een soort politie) en een nar. Op de elfde van de elfde (11 november) wordt de Tullepetaon wakker gezongen en daarmee het nieuwe carnavalsseizoen officieel geopend. Zo luidt dan de tekst: “Wordes wakker, maokt òòns blij. Komt uit oe nest, gij Parelhoen!” Hiermee wordt direct duidelijk wat de naamgever van de stad eigenlijk was. De Parelhoen, wat in het Frans poule pintade betekent, verbasterde naar poelepetaat en uiteindelijk Tullepetaon.

Bron foto: Unsplash.com
Tilburg – Kruikenstad
Heb je wel eens van het bekende kruidenlikeur Schrobbelèr gehoord? Deze Tilburgse, alcoholische drank wordt gepresenteerd in een kruik en is wereldwijd beroemd in Brabant en Limburg tijdens carnaval. Je zou verwachten dat de naam Kruikenstad hier van afstamt. Dat is dus niet zo. Net als Keiestad was Tilburg een echte textielstad. Denk maar aan het bijzondere TextielMuseum. Met name wol werd veel geproduceerd. De eerste stap in dit proces is het wassen van de wol. Hier gebruikten de werknemers urine voor. Door de aanwezigheid van ammoniak in urine kan wol namelijk ontvet en gereinigd worden. Arbeiders en inwoners van Tilburg verzamelden deze urine in kruiken, vanwaar Tilburg de naam Kruikenstad kreeg en de inwoners Kruikenzeikers genoemd werden.
Waalwijk – Schoenlapperslaand
Waar Helmond en Tilburg zich kenmerken door de wol- en garenindustrie, onderscheidt Waalwijk zich in de lederindustrie. Waalwijk bevindt zich midden in De Langstraat; een streek gelegen van Geertruidenberg tot Oeteldonk (’s-Hertogenbosch). Dit gebied staat centraal in de Nederlandse schoenen- en lederindustrie. Geen wonder dat Waalwijk Schoenlapperslaand genoemd wordt! Neem het Brabantse merk Berkelmans maar eens onder de loep. Hoewel dit merk uit Döllekesgat (Oisterwijk) komt, is dit een merk waar je ook in Schoenlapperslaand mee rond wil lopen!
Belangrijke winkelinformatie tijdens carnaval
Tijdens carnaval op 17 tot en met 21 februari 2023 hebben enkele Van Dal winkels aangepaste openingstijden. Bekijk hieronder de aangepaste openingstijden of bezoek onze website.
- Vrijdag 17-2: Heeft Roosendaal geen koopavond
- Zaterdag 18-2 Gesloten: Horst – Roosendaal
- Zondag 19-2 Gesloten: Beek – Breda – Tilburg – Bekijk hier de actuele koopzondagen.
- Maandag 20-2 Gesloten: Beek – Bladel – Breda – Etten-Leur – Helmond – Horst – Oosterhout – Tilburg – Roermond – Roosendaal – Uden – Waalwijk – Weert
- Dinsdag 21-2 Gesloten: Etten-Leur – Horst – Roosendaal – Roermond – Uden – Waalwijk – Weert