Geschiedenis

De geschiedenis van Burgers’ Zoo gaat terug naar 1913, wanneer Johan Burgers Burgers’ Zoo opricht in zijn achtertuin met daarin een aantal fazanten. Toen Johan meer dieren in zijn dierentuin wilde, kocht hij een apart stuk grond onder de naam Fazanterie Buitenlust. In 1932 werd besloten om het dierenpark te verhuizen naar Arnhem. Een tweede vestiging opende in hetzelfde jaar in Tilburg, maar werd na de oorlog verkocht. Helaas overlijdt Johan in 1943 en loopt het Arnhemse dierenpark in de daaropvolgende jaren erg veel schade op door de oorlog. Hierdoor moet het park voor een groot deel opnieuw worden opgebouwd. Een flinke tijd later, in 1968, wordt er in het dierenpark het eerste Europese Safaripark geopend. In 1987, krijgt het dierenpark de naam die we vandaag de dag kennen; Burgers’ Zoo. In 1988 wordt de eerste ecodisplay, Burgers’ Bush, geopend. Burgers’ Bush is een nagemaakt, overdekt regenwoud waar bezoekers de dieren en hun leefomgeving kunnen bewonderen. Meer en meer ecodisplays worden gerealiseerd, welke nu allemaal te bezoeken zijn in Burgers’ Zoo!

De geschiedenis

In 1998 ontstond bij toenmalig dijkgraaf Dhr. H. van Brink het idee om een centrum op te richting om voorlichting te geven over water. De Begijnemolen is sinds 1404 al een trekpleister in Park Sonsbeek. Verschillende opknapbeurten waren vereist om alles goed te onderhouden. Dhr. Van Brink constateerde dat er in Nederland nog helemaal geen museum te vinden was over zoet water. Met de hulp van anderen groeide het idee snel uit tot een Watermuseum waarop tot de dag van vandaag kennis wordt gedeeld en experimenten worden gedaan. In 2003 werd de Begijnenmolen verbouwd tot het Watermuseum. Achteraf was het een heikel karwei, waarbij er uiteindelijk een dikke betonvloer van 2 meter verankerd moest worden. In 2004 werd het museum dan eindelijk geopend!

De geschiedenis

De aanloop van dit museum begon aan het einde van de 19^e eeuw. De industriële revolutie laat de welvaart groeien in Nederland, maar betaalt het helaas met de traditionele bouwwerken. In 1899 koopt de gemeente Arnhem een landgoed van het huidige museumterrein. Hieruit vloeit het Nederlands Openluchtmuseum door oprichter Frederic Adolph Hoefer, een Nederlands militair en historicus. Hij had altijd al een passie voor geschiedenis en vond dat dit gekoesterd moest worden. Het Nederlands Openluchtmuseum opende zijn deuren op 13 juli 1918. Het is de missie van het museum om materieel en immaterieel erfgoed door te geven aan de toekomst. Je wordt meegenomen in een soort tijdreis. Ook kijkt het museum verder dan de geschiedenis; ze zijn er namelijk van overtuigd dat geschiedenis een band kan scheppen en leerzame kennis overdraagt.

Wist je dat er in textielstad Tilburg vier arbeidershuizen stonden. In 1955 zouden deze huisjes gesloopt moeten worden, echter heeft het museum ze gered. De huizen zijn voorzichtig afgebroken en elders opnieuw opgebouwd. Vandaag de dag kan je ze bewonderen in het Nederlands Openluchtmuseum.